Update omtrent de huurwaarborg

Deel op

Het staat de partijen vrij om in de huurovereenkomst al dan niet overeen te komen dat er een huurwaarborg moet worden gevestigd, als garantie voor de goede uitvoering van de verbintenissen van de huurder. Normaliter is dit het geval, doch het vragen van een huurwaarborg berust geenszins op een wettelijk verplichting.

WIJZIGINGEN VANAF 01/01/2019 – AANDACHTSPUNTEN:

Ten eerste  is er de verhoging van het maximale bedrag van de geldelijke huurwaarborg op een geïndividualiseerde rekening. Men kan dus drie maanden waarborg vragen in plaats van maximum twee maanden.
Ten tweede werd de bankwaarborg integraal geschrapt. Deze waarborgvorm heeft, mede omwille van de hoge dossierkosten die werden aangerekend door de banken, nooit efficiënt gewerkt en de afschaffing was dan ook een logische beslissing.
Derde wijziging is dat de persoonlijke borgstelling nu ook zeer strikt is gereglementeerd.
Ten vierde heeft de decreetgever zich uitgesproken over de vraag of het nog mogelijk is om alternatieve huurwaarborgvormen te vestigen. Dat is niet het geval. Met de inwerkingtreding van artikel 37 van het Vlaams Woninghuurdecreet, werden alle alternatieve huurwaarborgvormen definitief uitgesloten, met uitzondering van de verzekeringsbon. Die werd in art. 37 zelf geregeld (zakelijke zekerheidsstelling bij
een financiële instelling) en krijgt daarmee voortaan het statuut van één van de decretaal toegestane waarborgvormen.

 Het Vlaams Woninghuurdecreet voorziet ook een specifieke sanctie op huurwaarborgen in cash, wat al geruime tijd verboden is, maar schijnbaar toch af en toe nog wordt toegepast.

Bron: https://www.cib.be/actua/39575f36-2982-4fd4-b9ed-157d9d0583cc/de-huurwaarborg-onder-het-vlaams-woninghuurdecreet/

Nog een vraag?
Contacteer ons

This field is for validation purposes and should be left unchanged.